“Vandaag is er opnieuw veel zon. De temperatuur kan oplopen tot 24 graden. In de namiddag steekt aan de kust een zeebries op, waardoor het daar koeler blijft met zo'n 17 graden.”

“Morgen wordt het ook aan de kust warmer. Daar kan het 21 graden worden. In het binnenland stijgt de temperatuur naar een zomerse waarde van 25 graden.”

“Donderdag wordt de warmste dag van de week. Aan zee halen we dan 24 graden, in het binnenland zelfs 27 graden. Dat halen we niet eens altijd in de zomer. Zomers weer dus, met behoorlijk veel zon.”

“Vanaf vrijdag zien we een kentering. Dan halen we nog wel 25 graden, maar lokaal kan er een bui vallen.”

“Zaterdag kan er in het zuidoosten een bui vallen. Daarna wordt het stilaan droger met meer zon. In het centrum blijft het nog altijd 22 graden, aan de kust koelt het af naar 15 graden.”

“Zondag verwachten we in het centrum 20 graden. Er komt frissere lucht met wolkenvelden, maar in de loop van de dag breekt de zon door.”

“Ook op maandag krijgen we een afwisseling van zon en wolken. Het blijft grotendeels droog, al daalt de temperatuur wel enkele graden.”